door Frans Schreutelkamp
Het mooie spreekwoord ‘Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens’ heeft voor mij een bijzondere betekenis. Wat te doen als het klokje vastloopt? Mijn liefde voor klokken kreeg ik mee van mijn grootvader, die oude klokken kocht op de markt en ze opknapte. Als kleine jongen heb ik uren doorgebracht op de zolder van opa. Ik wilde (fijn)instrumentenmaker worden, maar mijn vader besliste anders. Het werd geen technische school, maar algemeen voortgezet onderwijs. Het beroep van klokkenmaker moest ik loslaten.
Iedere dag is zo anders, zo onvoorspelbaar. Ik werk inmiddels 45 jaar bij de zeehavenpolitie als hoofdagent. Een dynamische en afwisselende baan met de hectiek van een van ‘s werelds grootste zeehavens, die van Rotterdam. Samen met partners als de Douane en het Havenbedrijf Rotterdam zorg ik, met mijn 350 collega’s van de zeehavenpolitie, voor de veiligheid in de Rotterdamse haven en op de haventerreinen. Mijn werk omvat zowel nautisch toezichthouden, milieuhandhaving, bestrijding van criminaliteit, grensbewaking en het afhandelen van incidenten op het water.
Op z’n Rotterdams gezegd, m’n wereld pleurde in elkaar. Eén van de verplichtingen om mijn werk uit te oefenen, is de vijfjaarlijkse medische keuring voor de binnenvaart en de tweejaarlijkse zeevaartkeuring. Deze laatste onderging ik op mijn 59e. Beide ogen 100% zicht. “Chapeau, mijnheer Schreutelkamp”, kreeg ik te horen. De keuring voor de binnenvaart volgt een jaar later; pro forma, voor mijn gevoel. Verleden jaar zo gezond als een vis, maar blijkbaar nu even niet; zicht aan het linkeroog 60% en rechts 80%. En dat binnen een jaar! De boodschap komt binnen alsof ik een stomp in mijn maag krijg, die mij alle lucht ontneemt. Met dit zicht komt mijn werksituatie plotseling in een heel ander daglicht te staan en mijn 2e beroep, klokkenmaker, zie ik ook in duigen vallen. Want inmiddels had ik naast mijn fulltime werk als hoofdagent, ook van mijn hobby voor klokken werk gemaakt.
Het bleef sluimeren; uurwerken repareren. In 2009 nam ik de stap om de deeltijdopleiding Uurwerktechnicus te volgen op de Vakschool Schoonhoven. Het was zwaar, zo naast mijn werk bij de politie. En na intensieve leer- en werkstages en vele studie-uren studeerde ik in 2014 af als gediplomeerd uurwerktechnicus. Een klein jaar daarvoor richtte ik mijn eigen bedrijfje op: De Tijdwinkel (www.detijdwinkel.nl). Ik werk daar één dag per week aan mijn wandklokken: Friese staartklokken, Schwarzwälder, Comtoises en dergelijke – ik repareer of restaureer ze stuk voor stuk liefdevol. Op dit moment ben ik een van de circa tweehonderd klokkenmakers in ons land.
Bij mijn bezoek aan de oogarts volgde de diagnose snel: hoornvliesdystrofie van Fuchs. Het zicht bleef verslechteren, complicaties zoals dubbelzien, aura’s zien en problemen met het herkennen van gezichten werden steeds presenter. Je kijkt de hele dag door een soort mist, van zeer dichte tot nevel. Het beïnvloedt je sociale leven, je gaat contacten vermijden en raakt steeds geïsoleerder. De tijd schreed voort en medio 2018 was mijn gezichtsvermogen links gereduceerd tot 30% en rechts tot 60%. Ik kwam in aanmerking voor een hoornvliestransplantatie aan mijn linkeroog. Tot aan de transplantatie toe heb ik er vrij luchtig over gedaan. Maar op de dag van de operatie was dat even anders. Als politieman ben ik decennialang gewend de regie in handen te nemen en nu moet ik die voor een paar uur uit handen geven, een stevig dilemma. Het zorgproces na de succesvolle operatie verliep voorspoedig. In samenspraak met mijn oogarts besloot ik eind 2018 om rechts ook te laten transplanteren.
Hoewel het mentaal en fysiek een zware periode is geweest, ben ik blij en dankbaar dat het ergste achter de rug is: in drie jaar tijd van twee goede ogen naar twee geopereerde ogen met een stukje getransplanteerd hoornvlies. Ik besef heel goed dat ik nog even te gaan heb voor alles weer in orde is. Ik weet ook dat er altijd een kans is op afstoting van de transplantaten. Een strak druppelregime is van belang. Mijn werkomstandigheden bij de politie zijn aangepast en ik kan mijn grote passie blijven uitoefenen, waardoor ik nog steeds één van de 200 klokkenmakers in Nederland ben. Mijn dank gaat uit naar de onbekende donoren die hun hoornvlies na overlijden hebben afgestaan en naar alle oogartsen en medische teams van het Oogziekenhuis Rotterdam. Deze mensen hebben ervoor gezorgd dat ik de toekomst weer met een heldere blik tegemoet zie.
5 reacties
Schrijf een reactie